In de wet staat bepaald dat wanneer er een kind in het huwelijk tussen twee mensen wordt geboren dat kind vermoed te worden af te stammen van de beide gehuwden. Een heldere rechtsregel, maar de tijd dat er enkel in een huwelijk kinderen geboren worden ligt al enige tijd achter ons, zodat er meer behoefte lijkt te zijn aan juridische duidelijkheid op dat punt. Wat nu met kinderen die geboren worden zonder dat beide ouders gehuwd zijn?

Het bepalen wie de moeder van een kind is betreft geen hogere wiskunde, nu dat vanuit de natuurlijke rol die de vrouw bij een bevalling heeft steeds vast te stellen is, maar anders is dat voor de vader of de vermeende vader.

Er wordt dan ook geregeld geprocedeerd over de vraag of iemand al dan niet de vader is van een geboren kind.

Het Hof Arnhem-Leeuwarden deed vorige week uitspraak in een zaak waarin het ook niet helder was wie de vader van het minderjarige kind was. Een man stelde dat hij dat moest zijn, omdat hij volgens hem in de tijd dat het kind geboren werd close was met de moeder van het kind, maar de vrouw ontkent dit op haar beurt. Wat er ook van die relatie tussen partijen moge zijn, het was niet te bepalen of hij de biologische vader van het kind was, zodat hij een verzoek deed om een DNA test daartoe te moge laten verrichten.

Het Hof wijst het verzoek van de man om middels een DNA test te laten vaststellen dat hij de vader is af, net als de Rechtbank in eerste aanleg, met de constatering dat het Nederlands rechtstelsel hiertoe geen mogelijkheid biedt, omdat er in boek 1 BW geen wetsartikel staat dat die mogelijkheid aan de vermeende verwekker biedt. Het verzoek kan volgens het Hof niet enkel gebaseerd worden op art. 8 EVRM, het recht op family life.

Het Hof stelt ook dat er geen ruimte is voor een belangenafweging omdat daartoe de juridische grondslag eveneens ontbreekt.

Wat echter opvalt in deze is dat de Rechtbank in eerste aanleg, anders dan het Hof wel een bijzonder curator benoemd had, iemand die namens de minderjarige dient te adviseren over zijn belangen in rechte. Die bijzonder curator had in eerste aanleg net als de Raad voor de Kinderbescherming geadviseerd dat het in het belang van het kind zelf was om wel te laten bepalen of verzoeker zijn vader was of niet. Toch gaat het Hof hier niet in mee, hetgeen zij wel had gekund op basis van het IVRK, internationaal verdrag voor de rechten van het kind, waarin is bepaald dat het kind zelf recht heeft om te weten van wie het afstamt.

Was het niet eenvoudiger geweest om op basis van dat IVRK alsnog een DNA test te gelasten of heeft het Hof het verzoek van de man heel bewust afgewezen als signaal naar de wetgever toe dat er anno 2021 meer behoefte is aan wettelijke regels over afstamming buiten het huwelijk. Hopelijk wordt dat signaal door de wetgever opgepikt, of het nu een bewust signaal van het Hof is of niet. Natuurlijk dient daarbij een forse drempel ingebouwd te worden voor het kunnen doen van dergelijke verzoeken, maar wanneer iemand voldoende aan kan tonen dat het zo zou kunnen zijn dat hij de biologische vader van een kind is lijkt er toch behoefte aan een duidelijke rechtsregel te zijn.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *