Wanneer men een overeenkomst sluit dan heeft iemand daarbij een bepaald beeld, een bepaalde verwachting. De wil om die overeenkomst aan te gaan wordt gebaseerd op dat beeld. Als vervolgens blijkt dat de verwachting tegenvalt omdat het beeld achteraf niet blijkt te kloppen, dan spreekt de wet van dwaling. Dwaling is een lastig leerstuk, omdat het rechtens gaat over de vraag wat van de contracterende partij verwacht had mogen worden en wat van de andere partij verwacht mocht worden ten aanzien van het informeren van die partij. Er wordt dan ook veel over geprocedeerd. Al was het maar omdat het modern is om een schadevergoeding van een ander te vorderen….

Zo af en toe ziet men in de Rechtspraak voorbeelden van wederzijdse dwaling. Dat komt niet vaak voor, maar in een dergelijk geval wordt geconstateerd dat beide partijen bij het sluiten van hun overeenkomst uitgegaan zijn van een verkeerde voorstelling van zaken. Zo ook in een uitspraak van de vorige week, ECLI:NL:RBZWB:2023:1211.

In dat geval dient de Rechtbank vervolgens te bepalen hoe het nadeel als gevolg van die wederzijdse dwaling verdeeld dient te worden, maar vaak wordt dit dan bij helften gedaan, zo ook in de aangehaalde uitspraak.

Dwaalt u niet langer en neem contact op met KBW Advocaten en Mediators in Schinnen voor al uw verbintenisrechtelijke vragen. Wij zorgen er dan vervolgens voor dat uw beeld klopt.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *